Categorie: Sonnet

Het meisje van mijn dromen

Jij was het mooiste meisje van mijn dromen
Bij jou dacht ik meteen: dit zit wel goed.
Zij is degene die ik hebben moet,
dus heb ik ijlings stappen ondernomen.

We vreeën in een hooiberg zonder schromen
en zoenden met elkaar in overvloed,
zoals een jeugdig stelletje dat doet.
Toch is daar pas een einde aan gekomen.

Want was jij wel onschuldig en verlegen?
Of deed je maar alsof de hele tijd?
Online kwam ik wat van je exen tegen
en kreeg ik ongelofelijke spijt.
De lentekriebels die ik had gekregen
die raakte ik pas bij de huisarts kwijt.

Bodemzucht

Al weken kijk ik uit naar Sint en Piet –
en dan vooral hun tochten langs de daken
waarbij ze mij met lekkers blij gaan maken,
want schuimpjes en taaitaai, wie lust ze niet?

De kruidnoot is mijn grote favoriet,
beschikbaar in wel vijfentwintig smaken.
Ik blijf ze eten tot ik haast moet braken.
Door al dat snoepgoed ga ik nog failliet!

Maar weerstand bieden aan die lekkernijen
is voor ons zoetekauwen niet te doen.
Ik zit al tijden verder uit te dijen
van al die zoetigheden in mijn schoen.
Hier moet ik o zo snel een eind aan breien;
ik ga me houden aan een nootrantsoen.