De mammoetboom van ome Karel
vult zijn hele tuin,
reikt mijlenver de hemel in
met zijn enorme kruin.
Ik pak mijn verrekijker
om de top te kunnen zien.
Daar spelen groepen engeltjes,
ik zie er minstens tien.
Maar ome Karel lacht erom,
hij wil me niet geloven.
Toch zitten ze daar allemaal, hoor
– kijk maar goed naar boven.